MAZDA MODEL CX-3 2016 Beknopte handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-3, Model: MAZDA MODEL CX-3 2016Pages: 27, PDF Size: 1.21 MB
Page 1 of 27

1
2
5
23
24
26
Beknopte handleiding Beknopte handleiding
Het doel van deze Beknopte handleiding is een eenvoudige uitleg te geven van het gebruik
van bepaalde voorzieningen waarmee uw Mazda CX-3 is uitgerust.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Alvorens te gaan rijden
Tijdens het rijden
Interieurvoorzieningen
Onderhoud en verzorging
De betekenis van elk van de symbolen die in de Beknopte handleiding gebruikt worden is
als volgt:
Gedetailleerde verklaring ten aanzien van bepaalde informatie.
Als er zich een probleem voordoet
Page 2 of 27

1
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Buitenste zitting van
voorzittingBuitenste zitting van
achterzittingMiddelste zitting van
achterzitting
Voor het hoger zetten van de hoofdsteun, deze tot in de gewenste positie omhoog
trekken.
Hoofdsteunen Gebruik van de zittingen
Voor de zittingafstelling zijn onderstaande zittingafstelfuncties beschikbaar.
Lengteverstelling
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 2, “Zittingen”.
Voor het omlaag zetten van de hoofdsteun, de ontgrendeling indrukken en
vervolgens de hoofdsteun omlaag drukken.
Stel de hoofdsteun zodanig af dat het midden daarvan op gelijke hoogte is met de
bovenzijde van de oren van de passagier.
Afstelling van de hoogte
(Bestuurdersstoel)
Rugleuningverstelling
Page 3 of 27

Verzoekschakelaar
Alvorens te gaan rijden
Werkingsbereik
Het geavanceerde afstandbediende portiervergrendelingssysteem werkt uitsluitend
wanneer de bestuurder zich in de auto of binnen het werkingsbereik bevindt en de
geavanceerde sleutel bij zich heeft.
Alle portieren en de achterklep kunnen vergrendeld/ontgrendeld worden door de
verzoekschakelaar op de voorportieren in te drukken wanneer u de sleutel bij u draagt.
Vergrendelen, ontgrendelen met de verzoekschakelaar
2 Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 3, “Geavanceerd afstandbediend
portiervergrendelings- en startsysteem”, “Portieren en sloten” of “Stuurwiel”.
Afstelling van het stuurwiel
1. Breng de auto tot stilstand en trek vervolgens
de ontgrendelhendel onder de stuurkolom naar
beneden.
3. Probeer alvorens te gaan rijden het stuurwiel
omhoog en omlaag te duwen om te controleren
of dit vergrendeld is. 2. Verander de hoek van het stuurwiel en/of stel de
lengte van de stuurkolom af tot in de gewenste
posities en duw vervolgens de hendel omhoog
om de stuurkolom te vergrendelen.
De verzoekschakelaar op de achterklep kan alleen worden gebruikt voor het
vergrendelen van alle portieren en de achterklep.
Buitenantenne
Alleen vergrendelen
Werkingsbereik80 cm 80 cm
VerzoekschakelaarVerzoekschakelaarVerzoekschakelaar
Voorportieren
OntgrendelhendelOntgrendelhendel
Achterklep
(Alleen vergrendelen)
Page 4 of 27

3
Alvorens te gaan rijden
Buitenspiegels
1. Draai de spiegelschakelaar naar links
(L) of rechts (R) voor het kiezen van de
linker of de rechter zijspiegel.
2. Druk de spiegelschakelaar in
de gewenste richting.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 3, “Spiegels” of “Ruiten”.
Werking van de elektrische ruitbediening
Elke passagiersruit kan ook bediend worden via het gebruik van de
hoofdbedieningsschakelaars van de elektrische ruitbediening op het
bestuurdersportier.
Duw voor het openen van de ruit tot in de gewenste positie de schakelaar licht
omlaag.
Duw voor het sluiten van de ruit tot in de gewenste positie de schakelaar licht
omhoog.
Middenpositie
Spiegelschakelaar
Bestuurdersruit
Ruit linksachter
Ruit rechtsachterVoorpassagiersruit Hoofdbedieningsschakelaars
Sluiten
Openen
Page 5 of 27

4
Alvorens te gaan rijden
Openen
Sluiten
Vereiste brandstof en Inhouden
Afsluitklep van brandstoftankdop
Trek aan de interieur-ontgrendelknop voor de
afsluitklep van de brandstoftankdop om de
afsluitklep te openen.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 3, “Brandstof en emissie”.
Loodvrije super brandstof
(overeenkomstig EN 228
en binnen E10)
*1
*1 EuropaBrandstof
Octaangetal
(RON)Inhoud
95 of hoger
2WD: 48,0 liter
Afsluitklep van brandstoftankdop en brandstoftankdop
Brandstoftankdop
Draai voor het verwijderen van de
brandstoftankdop deze linksom.
Bevestig de verwijderde dop aan de
binnenzijde van de afsluitklep.
Draai voor het sluiten van de brandstoftankdop
deze rechtsom totdat u een klik hoort.
SKYACTIV-G 2.0
Normale loodvrije
brandstof92 of hoger
De auto zal efficiënt functioneren op
dieselbrandstof met specificatie EN590 of
gelijkwaardig.Brandstof
Inhoud
SKYACTIV-D 1.5
Bij het tanken altijd tenminste 10 liter brandstof bijvullen.
90 of hoger4WD: 44,0 liter
2WD: 48,0 liter
4WD: 44,0 liter
Ontgrendeling voor afsluitklep
brandstoftankdopOntgrendeling voor afsluitklep
brandstoftankdop
Page 6 of 27

Tijdens het rijden
5
Starten van de motor
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
1. Zorg er voor dat de handrem aangetrokken is.
2. Blijf het rempedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
3. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in stand P (parkeren).
Als u de motor moet starten wanneer de
auto in beweging is, dient u de keuzehendel
in stand N (neutraal) te zetten.
4. Druk op de startdrukknop nadat zowel het KEY indicatielampje
(groen) in de instrumentengroep als het indicatielampje van de
startdrukknop (groen) zijn gaan branden.
(SKYACTIV-D 1.5)
• De startmotor draait niet rond totdat het voorgloei-indicatielampje is uitgegaan.
• Laat bij het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) niet los totdat het
voorgloei-indicatielampje in de instrumentengroep uitgaat, na het indrukken van
de startdrukknop.
• Als voor het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) wordt losgelaten,
het koppelingspedaal (handgeschakelde versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) nogmaals intrappen en de startdrukknop indrukken
om de motor te starten.
• Als u nadat de gloeibougies zijn opgewarmd het contact gedurende langere tijd
in de stand ON laat staan zonder dat de motor draait, worden de gloeibougies
mogelijk opnieuw opgewarmd en gaat het voorgloei-indicatielampje branden.
Indicatielampje
Startdrukknop
Page 7 of 27

6
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
De i-stop functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto bij een
verkeerslicht stil staat of in het verkeer vast komt te zitten en herstart vervolgens de
motor automatisch om het rijden te hervatten. Het systeem draagt bij tot een
verminderd brandstofverbruik, minder uitstoot van uitlaatgassen en doet het geluid
van het stationair draaien verdwijnen wanneer de motor is stopgezet.
Stoppen en herstarten van de motor
Gebruik van de i-stop functie
OPMERKING
• Het i-stop indicatielampje (groen) gaat in onderstaande gevallen branden:
• Wanneer de motor gestopt is.
• Het i-stop indicatielampje (groen) gaat uit wanneer de motor herstart.
Handgeschakelde versnellingsbak
2. Zet terwijl u het koppelingspedaal intrapt de versnellingshendel in de
neutraalstand. De motor stopt nadat het koppelingspedaal is losgelaten. 1. Breng de auto tot stilstand door eerst het rempedaal en vervolgens het
koppelingspedaal in te trappen.Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het stoppen van de
motor is voldaan. • (Behalve Europees model)
3. (SKYACTIV-G 2.0)
(SKYACTIV-D 1.5)
De motor herstart automatisch zodra het koppelingspedaal wordt ingetrapt.
OPMERKING
Het moment waarop de motor herstart verschilt afhankelijk van de kracht
waarmee het rempedaal wordt ingetrapt.
De motor herstart automatisch wanneer u het koppelingspedaal intrapt of dit
begint los te laten.
Page 8 of 27

7
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
i-stop OFF schakelaar
Door de schakelaar in te drukken totdat een
zoemer klinkt, wordt de i-stop functie
uitgeschakeld en gaat het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) in de
instrumentengroep branden. Door de
schakelaar nogmaals in te drukken totdat de
zoemer klinkt, wordt de i-stop functie
ingeschakeld en gaat het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) uit.
Automatische transmissie
2. De motor herstart automatisch wanneer het rempedaal wordt losgelaten met
de keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling).
3. Als de keuzehendel in de stand N of P staat, herstart de motor niet wanneer het
rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart wanneer het rempedaal
nogmaals wordt ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling) of stand R wordt verplaatst. (Houd
met het oog op de veiligheid wanneer de motor gestopt is tijdens het
verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal ingetrapt.) 1. De motor stopt wanneer tijdens het rijden het rempedaal wordt ingetrapt
(behalve tijdens het rijden in de stand R of M, blokkeermodus voor tweede
versnelling) en de auto tot stilstand is gebracht.
Gebruik van de i-stop functie
i-stop indicatielampje (groen)/waarschuwingslampje (oranje)
i-stop indicatielampje (groen)
• Wanneer de motor gestopt is.
Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het
stoppen van de motor is voldaan.
• Het lampje gaat branden wanneer het contact op ON
wordt gezet en gaat uit wanneer de motor gestart wordt. i-stop waarschuwingslampje (oranje)
• Het lampje gaat branden wanneer de i-stop OFF schakelaar
wordt ingedrukt en het systeem wordt uitgeschakeld.
• (Behalve Europees model)
Page 9 of 27

Tijdens het rijden
8
Actief rijden display
Stel de helderheid en positie van de display altijd af bij stilstaand voertuig:
Afstellen van de helderheid en positie van de display tijdens het rijden is gevaarlijk,
aangezien dit uw aandacht van de weg kan afleiden en een ongeluk kan
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop” of “Instrumentengroep en display”.
i-stop waarschuwingszoemer
Als het stationair draaien van de motor is gestopt en het bestuurdersportier wordt
geopend, klinkt er een waarschuwingstoon om de bestuurder te attenderen dat het
stationair draaien is gestopt. Dit stopt wanneer het bestuurdersportier wordt gesloten.
Actief rijden display
Page 10 of 27

Tijdens het rijden
9Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Instrumentengroep en display”.
Sommige waarschuwings/indicatielampjes worden in de instrumentengroep getoond.
Ga de betekenis van de waarschuwing na onder Waarschuwing (Displayaanduiding)
als een waarschuwings/indicatielampje in de instrumentengroep getoond wordt.
Waarschuwings/indicatielampjes
Signaal Waarschuwings/indicatielampjes
1
2
3
4
5
6
7
8
9Waarschuwingslampje van
anti-blokkeer remsysteem (ABS) Hoofdwaarschuwingslampje
Laadsysteemwaarschuwingslampje
Motoroliewaarschuwingslampje
Motorwaarschuwingslampje
Waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur (Rood) /
Indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur (Blauw)
i-stop waarschuwingslampje (Oranje)/
indicatielampje (Groen)
Waarschuwingslampje voor
automatische transmissie
10
Indicatielampje voor defecte
stuurbekrachtiging
19
2124
26
27Koplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingslampje
(Oranje)/indicatielampje (Groen) Signaal Waarschuwings/indicatielampjes
Remwaarschuwingslampje
20KEY waarschuwingslampje
(Rood)/indicatielampje (Groen)
Waarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
Smart Brake Support remhulpsysteem /
stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
waarschuwingslampje (Oranje) /
indicatielampje (Rood)
23
Dodehoekmonitor (BSM) OFF
indicatielampjeLED koplampwaarschuwingslampje
Indicatielampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF
17
11
12
13Waarschuwingslampje voor systeem
van airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels
Waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil
15
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Voorzitting)
Open-portier waarschuwingslampje
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Rood)/indicatielampje (Groen)
(Achterzitting)
14
Waarschuwingslampje voor laag
sproeiervloeistofniveau18
Waarschuwingslampje van
bandenspanningcontrolesysteem
Voorgloei-indicatielampje28
34
35
36
37
Smart Brake Support remhulpsysteem /
stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
OFF indicatielampje
i-ELOOP waarschuwingslampje
(Oranje)/indicatielampje (Groen)
Schakelstandindicatie
38
39
41
42
Grootlichtindicatielampje
Richtingaanwijzers /
Waarschuwingsknipperlichten indicatielampjes
Beveiligingssysteemindicatielampje
Hoofdindicatielampje van
kruissnelheidsregelaar
(Oranje)/Indicatielampje voor
ingestelde kruissnelheid (Groen)
Indicatielampje voor mistvoorlicht
Moersleutelindicatielampje30
31
32
33TCS/DSC indicatielampje
TCS OFF indicatielampje
Verlichting-aan indicatielampje
43
Keuzemodusindicatielampje
Dieseldeeltjesfilter indicatielampje29
Hoofdindicatielampje van afstelbare
snelheidsbegrenzer
(Oranje)/Indicatielampje van instelfunctie
van afstelbare snelheidsbegrenzer (Groen)
44 40Indicatielampje voor mistachterlicht
120 km/h waarschuwingslampje
16
4WD waarschuwingslampje
22
25Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem waarschuwingslampje
(Oranje)/indicatielampje (Groen)